(Ziet u geen menu, klik hier voor de complete website)

Spreekuur

Bij deze zouden we u met onderstaand bericht graag willen informeren betreffende de vaccinatie-wijziging voor Leptospirose bij de hond.

Als hondeneigenaar laat u uw hond jaarlijks vaccineren tegen de ziekte van Weil. Maar wist u dat de ziekte van Weil slechts één van de verschijningsvormen van de complexere ziekte Leptospirose is?

Leptospirose wordt veroorzaakt door bacteriesoorten die over de hele wereld voorkomen, de zogenoemde leptospiren. De ziekte van Weil is daar de bekendste variant van. Leptospirose kan leiden tot ernstige ziekteverschijnselen. Bovendien kunnen zieke dieren mensen infecteren. Uw hond kan Leptospirose oplopen door contact met besmette urine. Met name uitlaatplaatsen, grasvelden en stilstaand (zwem) water zijn beruchte besmettingshaarden. Daarnaast spelen kleine knaagdieren, zoals muizen en ratten, een rol bij de verdere verspreiding en instandhouding van leptospiren in het milieu.

Tot voor kort veroorzaakten twee bepaalde varianten van Leptospirose ziektegevallen in West-Europa. Recent onderzoek in Europa heeft aangetoond dat er aanvullend twee andere varianten van Leptospirose vaker worden aangetroffen. Daarom is de huidige enting uitgebreid. De nieuwe enting bevat nu vier varianten, zodat uw hond de meest optimale en brede bescherming ontvangt tegen Leptospirose.

Wat veranderd er praktisch gezien voor u en uw dier? Volwassen honden die voor het eerst de nieuwe enting met Leptospirose krijgen, hebben voor een optimale bescherming na 4 weken een 2e enting nodig (boostervaccinatie). Uw hond is vervolgens - net zoals bij de vorige enting - 12 maanden beschermd.

Voor meer informatie over Leptospirose kunt u kijken op www.leptospirose.nl. Heeft u nog vragen over het nieuwe vaccin, neemt u dan gerust contact met ons op.

 

Wat is epilepsie?
Het woord epilepsie betekent
simpel gezegd ‘herhaalde aanvallen’.
Een aanval wordt veroorzaakt
door overmatige electrische
ontlading in de hersenen. De verschijnselen
die dan zichtbaar zijn,
kunnen variëren van een eenzijdig
trillende lip tot ernstigere uitingsvormen
zoals bijvoorbeeld een
hond die op de grond valt en met
het lichaam wilde, schokkende
bewegingen maakt.
Epilepsie kan grofweg ingedeeld
worden in 2 typen, namelijk de
primaire (of idiopatische) en secundaire
(of symptomatische)
epilepsie. De meeste honden
waarbij epilepsie wordt gediagnosticeerd,
lijden aan primaire
epilepsie. In dit geval is er voor de
aanvallen geen aantoonbare oorzaak
te vinden. Deze honden zijn
verder helemaal gezond en totdat
ze de eerste aanval doormaken,
kan niemand –eigenaar noch dierenarts–
vermoeden dat ze epilepsie
hebben.
Bij secundaire epilepsie is er wel
een aantoonbare oorzaak voor
de aanvallen aanwezig. Aandoeningen
zoals hoofdletsel, hersentumoren,
leverof
nierproblemen,
infecties, vergiftigingen of lage
suikerspiegel kunnen dit tweede
type van epilepsie veroorzaken.
Fasen van een epileptische
aanval
Een klassieke epileptische aanval bestaat meestal uit 3 fasen, waarbij
opgemerkt moet worden dat niet bij iedere aanval deze 3 fasen duidelijk
zijn te zien.
Fase 1: Veranderingen in het gedrag van de hond voor de aanval (ook wel
aura of prodome genoemd)
Bij de eerste fase van de epileptische aanval kunt u gedragsveranderingen
bij de hond waarnemen zoals bijvoorbeeld ijsberen, speekselen,
plassen of overgeven. Uw hond kan zich ook onrustig gedragen, meer
uw aandacht vragen of meer janken en blaffen. Na verloop van tijd zal u
deze signalen van uw hond beter gaan herkennen, waardoor u de komst
van een epileptische aanval bij uw hond makkelijker kunt voorspellen.
Fase 2: De daadwerkelijke aanval (ook wel ictus genoemd)
Deze fase uit zich in de daadwerkelijk aanval en wordt dan ook door
de meeste mensen geassocieerd met epilepsie. De verschijnselen die
de hond laat zien, kan een angstige ervaring zijn, vooral wanneer u niet
bekend bent met wat er precies gebeurt. Normaal gesproken begint een
aanval met verstijving van de spieren en valt de hond op z’n zij met de
poten gestrekt en de kop naar achter gericht. Schokkerige stuiptrekkingen
of peddelende bewegingen met de poten –alsof de hond rent– kunnen
voorkomen. De hond kan trillen, z’n ontlasting laten lopen, overgeven,
kwijlen en maakt vaak blaffende of jankende geluiden. De meeste
honden zullen ook sneller en luider adem gaan halen waarbij soms de
tong donkerder lijkt te worden.
N.B. Realiseert u zich dat ondanks het feit dat uw hond z’n ogen
open heeft, het dier tijdens een aanval van epilepsie bewusteloos
is en niet in de gaten heeft wat er gebeurt. Een aanval kan
er vervelend uitzien, toch ervaart uw hond geen pijn.
Een aanval duurt meestal slechts
enkele minuten, hoewel dat voor
u als toekijkend eigenaar waarschijnlijk
gevoelsmatig veel langer
lijkt te duren. Het is daarom
erg belangrijk om te proberen de
tijd op te nemen als uw hond een
aanval doormaakt. Dit kan u en
uw dierenarts helpen om op tijd
in te grijpen met medicijnen die
de aanval stoppen.
Fase 3: Veranderingen in het gedrag
van de hond na de aanval
(ook wel postictale fase genoemd)
Als de aanval over is, kan uw hond
een tijd doodstil op de grond
blijven liggen voordat hij weer
opstaat. Het is normaal dat de
meeste honden kleine veranderingen
in hun gedrag laten zien
die enkele minuten tot enkele
dagen aan kunnen houden. Bekende
gedragsveranderingen zijn
desorientatie, zwabberend lopen,
overdreven honger en dorst, geen
controle over de blaas, spierzwakte
of tijdelijke blindheid.
Diagnose
Honden met primaire epilepsie
zijn in de periode tussen de aanvallen
gezond en vertonen normaal
gedrag. Zeer waarschijnlijk
zal uw dierenarts tijdens een
klinisch onderzoek in deze periode
geen afwijkingen bij uw hond
constateren. Om deze reden is de
belangrijkste informatie voor een dierenarts hetgeen wat u hem als eigenaar
vertelt. Uw dierenarts zal het volgende willen weten:
• Hoelang de aanval duurde
• Wanneer op de dag de aanval plaatsvond
• Wat uw hond voor gedrag vertoonde voor én na de aanval
• Details van de aanval zelf. Het kan de dierenarts enorm helpen als u
in staat bent om van de aanval een videoopname
te maken (bijvoorbeeld
met uw smartphone).
Neem direct contact op met uw dierenarts als:
• Uw hond z’n eerste aanval heeft
• Uw hond een aanval heeft die langer dan 5 minuten duurt
• Uw hond herhaalde aanvallen kort achter elkaar heeft
• U zich zorgen maakt over de toestand van uw hond in het algemeen
Behandeling en vervolgstappen
Epilepsie is een aandoening waar de hond de rest van zijn leven aan
vastzit. Epilepsie is in de meeste gevallen niet te genezen, maar kan bij
de meerderheid van de honden dusdanig onder controle gebracht worden
dat u en uw hond samen een goed en gelukkig leven kunnen leiden.
Er zijn diverse geneesmiddelen beschikbaar voor een levenslange behandeling.
Dit zal niet kunnen voorkomen dat uw hond nooit meer een
aanval krijgt, maar het kan wel het aantal aanvallen terugbrengen. De
juiste behandeling is hondafhankelijk
en daarom kunt u het beste met
uw dierenarts overleggen wat de mogelijkheden zijn.
Neem samen met uw dierenarts de touwtjes in handen en krijg epilepsie
bij uw hond onder controle!
Meer informatie: www.epilepsyindogs.co.uk
Mijn hond heeft
Net als mensen kunnen honden ook epilepsie
hebben. Het is heel normaal om bang of bezorgd te
zijn als uw hond een aanval krijgt, zeker bij de eerste
keer. Maar het kan een minder traumatische ervaring
worden als u begrijpt wat er gebeurt en als u weet
wat u kunt doen om uw hond te helpen.
–advertorial–
en nu?
epilepsie...
Kleine honden zijn duidelijk aan een opmars bezig.
Werd het kliniekbestand vroeger beheerst
door namen als Boris, Wodan en Nero behorende
bij Bouviers, Rottweilers en Duitse herders,
tegenwoordig zijn de Gucci’s, Prada’s en Chanels
niet van de lucht. Deze fraaie namen behoren dan
toe aan Chihuahua’s, Franse Bulldogjes en andere
kleine rakkers.
Je kunt er van denken wat je wilt maar zeker is
dat de kleine hondjes toenemen in populariteit.
Deze veranderingen in de hondenpopulatie
hebben ook tot gevolg dat het medisch aanbod
bij de dierenarts ook verandert. Hieronder volgen
enkele typische aandoeningen die bij deze hondjes
voorkomen en vaak niet onderkend worden door
de eigenaar of het risico wordt onderschat.
Brekebeentjes
Omdat deze honden meer gedragen worden dan
soortgenoten, is de kans op uit de armen springen
of vallen ook groter. Hierbij ontstaan dan typische
botbreuken. Bij de Franse Bulletjes valt dan te
denken aan gecompliceerde elleboogbreuken
die vrijwel altijd het gewricht betreffen. Dit houdt
medisch in dat er in feite sprake is van een spoed-
geval,
zo’n breuk is ernstig en vereist zeker
specialistische hulp.
De hondjes met de dunne pootjes zoals de
Chihuahua en Dwergpinscher zullen eerder hun
pootje breken vlak boven de pols. Ook hier is
specialistische hulp noodzakelijk.
Pupproblemen
Bij deze kleine rassen wil het kopje nog wel
eens relatief groot zijn voor het geboortekanaal
van de moeder. Een keizersnede is dan ook
geen uitzondering maar wordt meestal
zonder problemen doorstaan. Meer risico ligt
in de periode na de geboorte. De zeer kleine
pups hebben veel moeite om hun lichaamstemperatuur
te handhaven en raken snel
onderkoeld. Fokken met deze hondjes is vaak
een hele onderneming!
Ademen valt niet mee
De luchtwegen zorgen regelmatig voor
problemen. Bulldogjes hebben nogal eens
vernauwde neusgaten en een fraai stukje
plastische chirurgie kan dan uitkomst bieden.
Door de neusgaten te vergroten neemt de ademhalingsmogelijkheid
voor het dier enorm toe.
Ook kan het zijn dat het zachte verhemelte te
lang is. Dit veroorzaakt benauwdheid en mogelijk
vreemde ademgeluiden. Deze afwijking kan
chirurgisch verholpen worden.
Losse knietjes
Veel kleine hondjes hebben last van knieschijfjes
die te gemakkelijk uit de groeve van de knie
glijden, dit noemen we een patellaluxatie. Helaas
neemt deze aandoening hand over hand toe.
De huidige visie is dat het in een vroeg stadium
(chirurgisch) behandeld moet worden om slijtage
van het gewrichtskraakbeen voor te zijn.
Ook de “pindakaasziekte” (ziekte van Legg Calvé
Perthes) zien we regelmatig, vooral bij kleine
Terriers. De heupkop verliest zijn vorm, het jonge
dier gaat kreupel lopen en heeft veel pijn. Deze
aandoening is goed chirurgisch te behandelen.
Natuurlijke klinkt het allemaal niet zo leuk maar
het is goed om te weten wat er mis kan gaan.
De kleinere rassen zijn toch wat kwetsbaarder
en een tijdige behandeling kan in veel gevallen
erger voorkomen.
Ook al zijn de hondjes klein en gemakkelijk te
“handlen”, het is toch verstandig om met ze naar
de hondenschool te gaan. We zien veel hondjes
die te veel als mens worden behandeld en slecht
gesocialiseerd zijn op honden. Bij een mogelijke
ontmoeting neemt de eigenaar het dier direct
in de armen en dat gaat een normaal gedrag
niet bevorderen. Dit kan bij een volgend hondhondcontact
tot grote schade kan leiden.
Verder zijn ze grappig, ondeugend, innemend en
aangenaam gezelschap. En de dierenarts? Tja, die
zal zich af en toe flink moeten inspannen om de
problemen op te lossen en zal soms even moeten
kijken of hij alle vingers nog heeft, maar dat is
beroepsrisico!
Kleine honden,
grote
problemen
Op het moment dat ik deze column schrijf
gebeurt er maar bar weinig in de natuur, alsof
deze niet kan kiezen of het moet dooien of
vriezen. Wel is net een meteoriet ingeslagen
in Rusland maar dat heeft gelukkig weinig
of geen dierenleed veroorzaakt. Een ander
dierenleed wat eindelijk aangepakt gaat
worden is de illegale hondenhandel.
De illegale hondenhandel is vele
diereigenaren en de overheid al jarenlang
een doorn in het oog. Omdat dit een
grensoverschrijdend verschijnsel is, wordt
er in Europa hard gewerkt aan wet- en
regelgeving om dat aan te kunnen pakken.
In Nederland is het nu vanaf 1 april 2013
wettelijk verplicht om een hond te chippen
en te registreren. Dat betekent dat een hond
binnen 7 weken na de geboorte gechipt
moet worden. Voordat ze 8 weken oud zijn
moeten ze ook worden geregistreerd bij
een door het Ministerie van Economische
zaken aangewezen databank. Honden die
geïmporteerd worden moeten binnen twee
weken worden geregistreerd.
In praktijk zullen dus de meeste pups
worden gechipt in het nest bij de fokker.
Bij de daaropvolgende registratie kan dan
de (nieuwe) eigenaar vermeld worden.
Het is ontzettend belangrijk dat de
eigenaar wijziging van adresgegevens of
telefoonnummer doorgeeft aan de databank
zodat de gegevens up-to-date blijven.
Deze registratie heeft al vele honden en
katten weer met hun baasjes herenigd maar
dat kan alleen als de gegevens kloppen!
Ook moet u niet vergeten het dier uit te laten
schrijven bij overlijden van het dier.
Op dit moment maken we het ene nest na
het andere mee, al dan niet met keizersnede.
Eén ding is zeker, deze pups zullen allen
gechipt worden, laat de lente maar komen!

 

Babesiosis   Slakkenkorrels   Vlooien   Patella Luxatie   Urine verlies    Giftige stoffen

Hierbij het artikel uit de H.C. van 8 April.
 
Ik heb zojuist nog mijn dierenarts gesproken en hij adviseert een goed middel tegen teken, o.a. Frontline druppels.
Daarbij goed controleren op teken, binnen 24 uur verwijderd is er geen gevaar.
De kans dat je hond wordt doodgereden acht hij nog wel groter.
Er is een vaccinatie van 46,00 Euro.

Slakkenkorrels
Eigenaren van huisdieren, met name honden en katten, moeten erg voorzichtig zijn met het gebruik van slakkenkorrels.
Met die chemische korrels wordt in tuinen de slakkenplaag bestreden. Als een hond de korrels heeft
gegeten, gaat hij, zonder behandeling onherroepelijk dood. Zo waarschuwen de dierenartsen. Tuin bezitters kopen ter bescherming van de planten chemische slakkenkorrels. Maar honden, katten en andere huisdieren die de korrels hebben gegeten krijgen toevallen en krampen. De waarschuwing op de verpakking van de bestrijdingsmiddelen is onvoldoende duidelijk, die zou veel alarmerender moeten zijn, zegt dierenarts de Rooy uit Den Haag.
Joris Robben hoofd van IC van de dierenfaculteit in Utrecht bevestigd het verhaal van de Rooy. Het gaat om de stof ‘Metaldehyde’ die in een aantal bestrijdingsmiddelen is verwerkt.
Hetzelfde middel is verwerkt in aanmaakblokjes voor de barbecue, dus voor de komende zomer…..let goed op uw huisdieren.

 

Vlooien en wormen
 

Is het waar dat honden die vlooien hebben, wormen krijgen?
Dat is heel goed mogelijk. Om dat antwoord te begrijpen is het verstandig eerst iets over de levenscyclus van de lintworm, want daar gaat het hier om, te vertellen.

De lintworm is opgebouwd uit een voorstuk met haakjes, die aan de darm vasthaken, en veel segmenten die een lang lint vormen. Aan het einde van dat lint laten steeds segmenten los. Die losgelaten segmenten zijn in feite zakjes gevuld met veel eitjes en bevinden zich meestal onder de staart van de hond. Ze lijken het meest op rijstkorrels.

De eieren in die zakjes zijn niet infectieus voor andere honden omdat ze zich eerst nog moeten ontwikkelen. Voor deze ontwikkeling hebben ze een vlo of luis nodig. Zo’n vlo of luis heet tussen-gastheer. Als de hond vervolgens bij het bijten in zijn vacht, vanwege de jeuk, zo’n geďnfecteerde vlo of luis inslikt, ontwikkelen zich allemaal lintwormen, die de cyclus weer opnieuw opstarten. Voor een goede wormbestrijding bij de hond is het dus ook vereist een goede vlooienbestrijding toe te passen.

 

Patella Luxatie

Bij patella luxatie ligt de knieschijf niet mooi in zijn groefje op het dijbeen, maar glijdt wat heen en weer tijdens het lopen. Het typische beeld dat hierbij hoort is een hond of kat die af en toe de achterpoot "op slot" heeft. Na een paar stappen verdwijnt dit weer.

 

 

Doordat de knieschijf zo los ligt, is er tijdens de groeifase geen groefje gevormd. Bovendien is de aanhechtingsplaat van de grote dijbeenspier op het scheenbeen vaak iets exentrisch gelegen, waardoor de knieschijf ook van zijn plaats getrokken wordt.

De therapie is wederom van chirurgische aard. De hoofdlijnen bestaan uit: het verplaatsen van de aanhechtingsplaat van de grote dijbeenspier en het uitdiepen van de groeve waar de knieschijf in ligt.

Patella figuur 2Patella figuur 1Ook wordt het gewrichtskapsel ingenomen waardoor de knieschijf niet meer van plaats kan veranderen. Als het dier op jonge leeftijd last heeft van dit probleem dan is het raadzaam om zo spoedig mogelijk te opereren en niet te wachten totdat het dier wat ouder is, dit om arthrose te voorkomen.

Kortom, u hoeft niet met knikkende knieen naar een dierenarts met een dier met knikkende knieen.

Urineverlies

Onlangs is er een nieuw geneesmiddel geintroduceerd voor behandeling van urine-incontinentie bij teefjes INCURIN. Uw fox kan om verschillende reden weleens een plasje achterlaten zoals:urineverlies2.JPG (23516 bytes)

-bij onderdanigheid laten foxen soms hun urine lopen
-ongewild urine verlies
-als foxen boos/verdrietig zijn

-als foxen onterecht terecht gewezen.

Er zijn verschillende soorten ongewild urineverlies.Een bepaald type ongewild urine verlies komt met name bij gesteriliseerde teefjes voor. Bij deze vorm kan de cirkelvormige afsluitspier, door een tekort aan het vrouwelijke hormoon oestrogeen, de blaas niet meer goed afsluiten.Deze vorm van ongewild urineverlies kan sinds kort met het geneesmiddel Incurin worden behandeld.

Incurun bevat de oestrogenen waar sommige teven na sterilisatie een tekort aan hebben. Incurin verbetert de functie van deurineverliestek25.JPG (18024 bytes) afsluitspier en lost zo het probleem van ongewild urineverlies op. Ongewild urineverlies is voor de eigenaar en de fox heel vervelend: vlekken op het tapijt, op de bank, onaangename geurtjes in huis, de fox kan niet meer  mee ergens naar toe en ook bij het spelen en blaffen verliest de fox soms wat urine. Soms worden honden daar voor bestraft voor dit ongewilde gedrag, maar het probleem wordt daar niet minder van, maar juist groter, want de hond kan er niets aan doen. Doordat de vacht met urine is doordrenkt kan de fox irritatie en wondjes krijgen en de huid kan zelfs geinfecteerd raken. De ongewilde plasjes kunnen dus zeer onprettige gevolgen hebben. Soms is het met name voor de eigenaar zo'n groot probleem dat wordt besloten de hond in te laten slapen.

urineverlies  3.JPG (26568 bytes)

 

Bij de verzorging van een fox met ongewild urineverlies gelden behalve behandeling met een geneesmiddel Incurin, ook bepaalde leefregels.Zo moet er voor de fox voldoende gelegenheid zijn , met name voor het slapen, om een plasje te doen. Te zware foxen kunnen sneller last krijgen van ongewild urineverlies, dus houdt het gewicht van Uw fox in de gaten. Als bij het gebied rond de staart en de achterpoten de vacht kort en schoon wordt gehouden, ontstaan er minder irritaties.Foxen met ongewild urineverlies moeten wel voldoende kunnen drinken. Weinig drinken lost het probleem niet op en het gebrek aan water kan de nieren ernstig beschadigen. Een fox met ongewild urineverlies verdient het niet gestraft te worden, de fox kan er immers niets aan doen. De dierenartsen in Nederland kennen Incurin en kunnen helpen het probleem van ongewild urineverlies bij de fox te verhelpen of in ieder geval te verminderen. Het geven van "vers" (Duck, Carnibest, Rodi etc)  voer i.p.v. brokken kan een grote bijdrage leveren aan het oplossen van het urineverlies. In sommige gevallen gaat het zelfs helemaal over.

 

Giftig eten voor de fox

 

Het gebeurt wel eens dat een hond even aan de aandacht van de eigenaar ontsnapt en zich vervolgens tegoed doet aan 'heerlijke' hapjes. Eigenlijk kunnen de hapjes op veel plaatsen gevonden worden. In het eigen huis of bijvoorbeeld in een oppashuis. Ook gewoon op straat kom je van alles tegen en wat denk je van de tuin!

Soms zie je wat de hond aan het eten is, maar het blijft ook wel eens een verrassing. Wat moet je eigenlijk doen als je hond ineens gaat braken of spiertrekkingen en krampen krijgt? Onderstaand artikel geeft de mogelijkheid om eerste hulp te bieden.

 

Bij vergiftigingen heeft de hond een giftige stof binnen gekregen via de bek, de slijm­vliezen of de huid. Wat de behandeling van een vergiftiging moet zijn, hangt uiteraard af van bet gif.

Indien U vermoedt dat uw huisdier iets heeft opgegeten of als U daadwerkelijk gezien heeft dat uw hond iets heeft opgegeten, bel dan direct de dierenarts en houdt de verpakking (indien voorradig) bij de hand.

Vergiftigingsverschijnselen hoeven niet altijd direct op de treden; dit kan ook in een later stadium. De verschijnselen hangen af van het soort gif. Veel voorkomende verschijnselen zijn: braken, veel speekselen, diarree,  spiertrekkingen  en  krampen, bewustzijn vermindering of bewusteloosheid, ademhalingsproblemen en huidirritatie met blaarvorming.

Men kan thuis al eerste hulp bieden door bijvoorbeeld het dier te laten braken (binnen vier uur na inname), water drinken of norit toe te dienen (om de opname van de stof te minimaliseren). Maar niet bij elk gif mag je laten braken of drinken.

In bet volgende schema kan men zien bij welk gif, welke eerste hulp men bet beste kan bieden.

Laat een dier met een verminderde bewust­zijntoestand  of  bij  bewusteloosheid, bemoeilijkte ademhaling, verminderd sli­kreflex of een trage hartslag nooit drinken. Deze gifstoffen zijn nog maar een paar van veel voorkomende, er zijn er veel meer. De eerste hulp dient alleen maar ter voorkoming van verdere opname.

Raadpleeg na eerste hulp altijd een dierenarts.
 

De gifstof:

  Voorkomen van verdere opname:   
Afwasmiddelen(hand) en Allesreiniger Niet laten braken, koffieroom of boter               ingeven om schuimen te voorkomen
Afwasmiddelen (machine) Niet laten braken, water laten drinken
Azijn Niet laten braken, water laten drinken
Bestrijdingsrniddelen Laten braken, water laten drinken, norit toedienen
Bleekwater Niet laten braken, water laten drinken
Buxusstruik Laten braken, water laten drinken, norit toedienen
Chloorwater Niet laten braken, water laten drinken
Citronellaolie

Niet laten braken, vloeibare paraffine ingeven 

Dettol Niet laten braken, water laten drinken, norit toedienen
Eik, beuk, rododendron & sparren
Laten braken, water laten drinken, norit toedienen
Huist Laten braken, water laten drinken, norit toedienen